Welke hulp kunnen zorgprofessionals bieden aan ouders van baby’s, peuters en kleuters die worstelen met in- en doorslapen? Wanneer moeten ze doorverwijzen naar specialisten? Hoe kunnen ze ouders, die zelf al zo moe zijn, op een goede manier begeleiden? Tijdens de 2e editie van het congres ‘Slaapproblemen bij jonge kinderen’ op 3 juni 2020 komen deze aspecten aan bod.
De laatste jaren kampen steeds meer jonge kinderen met in- en doorslaapproblemen: maar liefst 25-30% van de kinderen tussen 1-4 jaar krijgt hiermee te maken. Slecht slapen is niet goed voor de ontwikkeling van het kind, maar is evenmin bevorderlijk voor de ouder-kindrelatie. Ouders lijken soms wel continue met een jetlag te leven. Hierdoor kunnen ze nauwelijks meer sensitief op hun kind reageren. De strijd en de problemen die hierdoor ontstaan kunnen zeer hardnekkig en moeilijk te beïnvloeden zijn.
Het congres ‘Slaapproblemen bij jonge kinderen’, dat plaatsvindt in de Jaarbeurs te Utrecht, bestaat uit drie plenaire lezingen en vier deelsessies. De organisatie is in handen van Vakblad Vroeg en Euregionaal Congresburo.
Het congres is bedoeld voor alle professionals die met jonge kinderen en hun ouders werken. Te denken valt aan jeugdartsen, jeugdverpleegkundigen, kinderartsen, IMH-specialisten, kinderpsychiaters, lactatiekundigen, logopedisten, kinderfysiotherapeuten, kinder- en jeugdpsychologen, (ortho-)pedagogen, babyconsulenten, maatschappelijk werkers en professionals in de babyopvang (gespecialiseerd en regulier). Verder is het congresprogramma interessant voor gemeentebestuurders, beleidsmakers, leden van wijkteams en onderzoekers op het terrein van het jonge kind.